Na de zomerperiode is het aantal ontslagbrieven en echtscheidingen altijd hoger dan normaal. Dat komt doordat de zomer voor veel mensen een mooi moment is om te reflecteren en eens na te denken over wat ze nu eigenlijk echt willen. En we herkennen allemaal denk ik wel het vervelende buikgevoel dat je op de één of andere manier stilstaat. Of het nu om je persoonlijke loopbaan gaat, de voortgang in een project of de ontwikkelingen van het bedrijf. Stilstaan is achteruitgaan. Dus wat kun je doen om dit te voorkomen en hoe duw je de ontwikkelingen de gewenste kant op?
We willen in de supply chain graag zo snel mogelijk resultaat zien. De implementatie van supply chain management of een nieuw softwaresysteem, een overname of verhuizing; het zijn allemaal projecten die vragen om een goede voorbereiding. Het blijft dan lang stil voordat je resultaten ziet en hoe dichter bij de deadline, des te groter het gevoel van stilstaan. Het vooruitschuiven van belangrijke zaken wordt dan steeds gemakkelijker geaccepteerd en zo ontstaat het optimalisatieproject al voordat het oorspronkelijke project is afgerond.
Bij mensen werkt dat ook zo. Lang niet iedereen denkt na over de vraag waar hij over drie tot vijf jaar zou willen staan en wat hij daarvoor nodig heeft. Nu hoeft dit ook niet, maar alle dagelijkse handelingen die niet bijdragen aan dit (onbewuste) doel, voelen als stilstaan. En je kunt in mijn optiek veel meer beïnvloeden dan je denkt. Het is een kwestie van doen, van initiatief tonen en niet bang zijn om risico’s te nemen. Van stilstaan is dan geen sprake.
Compensatiegedrag
Ik zie vaak dat managers compensatiegedrag vertonen. Als dingen verkeerd gaan, rennen ze hard achter hun eigen staart aan. Dat wil zeggen dat ze nog harder gaan werken, met als symptomen: nog meer zelf willen doen, langere werkdagen, in het weekend thuis nog wat voorbereiden, een telefoon die geen 5 minuten stilstaat, et cetera. Vroeg of laat zitten ze met een burn-out thuis. Als je met deze managers praat, geven ze je vaak de indruk dat het ze overkwam en ze er niets aan konden doen. Het ligt altijd aan een ander.
Deze managers zouden zich serieus regelmatig de vraag moeten stellen: ‘Waar ben ik nu mee bezig?’ En ik spreek uit eigen ervaring. Twintig jaar geleden werd ik ’s nachts voor elk probleempje mijn bed uitgebeld (bijvoorbeeld omdat een printer het niet deed of omdat er een fiets was gestolen bij het distributiecentrum) en ik rende van de ene naar de andere bespreking. Tja, het leek erop dat ik belangrijk was, tot ik mij realiseerde dat het bedrijf ook gewoon door zou draaien als ik tegen een boom aanreed.
Het moest dus anders, want als ik iets niet meer zou doen, zou de boel echt niet zomaar instorten. Maar jezelf voorhouden dat dit wel het geval is, geeft je best een goed gevoel. Je staat in elk geval nooit stil. Vuilnisbakmanagement noem ik dat: ‘als ík het niet doe, dan gaat het onherroepelijk fout’. ‘Als ik het zelf regel, weet ik zeker dat het goed gaat.’ Tja, het is een redenatie, maar je verkent nooit je mogelijkheden. Laat staan dat je een plan hebt over hetgeen je wilt bereiken. Dan overkomen dingen je inderdaad gewoon. Dit is ook het geval bij projecten.
‘Nee’ zeggen
Het is natuurlijk erg lastig en het gaat bij veel mensen tegen het buikgevoel in, maar leun in geval van haast eens achterover om wat afstand te nemen. Denk na over de vraag: ‘Waarom moet ik dat nu doen?’ Zeg eens wat vaker ‘nee’, weliswaar goed onderbouwd en altijd geredeneerd vanuit het bedrijfsbelang. Je zal zien dat je hierdoor meer kunt beïnvloeden. Dit geldt voor een project, in je loopbaan en zelfs in je privéleven.