Als interim manager wordt je vaak ingehuurd om een bepaalde verandering te realiseren. Dit kan variëren van het doorvoeren van S&OP, het implementeren van een nieuws WMS/ERP-systeem, het optimaliseren van het warehouse, etc. Veel bedrijven zetten hiervoor een externe in om versnelling mogelijk te maken maar ook om ontbrekende kennis en ervaring tijdelijk aan te vullen. Hier is in de basis natuurlijk niets mis mee.
Echter, als ik als interim manager bij een opdrachtgever start, is de situatie vaak hetzelfde. Het besef bij management dat er iets moet veranderen, is er wel maar de werkvloer heeft een deja vu gevoel. Er zijn namelijk altijd al meerdere voorgangers geweest die allemaal hebben gezegd dat zij de verandering wél gaan doorvoeren, maar dat is toch niet gelukt. Dus de gezonde weerstand waarom het dan nu wel zou lukken, is heel begrijpelijk wat mij betreft. Story of my life zeg ik altijd maar. Na een paar maanden komt dan het kantelpunt. De believers zijn blij met hetgeen ze zien en gaan graag mee in de veranderingen. Er is ook een groep mensen die liever niet mee gaat, maar de grootste groep zijn de zgn. karzitters, zij wachten gewoon af wat er gaat gebeuren. Afhankelijk van de aanpak en het resultaat wordt de groep believers steeds groter, maar dan ontstaat wat ik noem de spagaat.
Deze believers komen in de knel. Zij lopen graag mee in het veranderproces, omdat zij de toegevoegde waarde zien, maar zij hebben ook het stemmetje in het achterhoofd dat ze er op wijst dat er geen garantie is dat ‘vroeger’ nooit meer terug komt. Hiermee komen zij in de spagaat, want stel dat het toch mis gaat, dan neemt de oude en vaak informele macht het over en zijn deze believers gevoelsmatig ‘de klos.’ Zij hebben dan immer hun nek te ver uitgestoken.
De grote vraag is natuurlijk: en nu? Het antwoord is op zich relatief simpel. Als interim manager, maar ook als management kun je natuurlijk best gemakkelijk zeggen dat ‘vroeger’ niet meer terug komt. Dat werkt even, maar de beste manier om te voorkomen dat medewerkers in de spagaat komen, is gewoon door in de praktijk te laten zien dat je als bedrijf alle benodigde maatregelen treft om te voorkomen dat je weer terug naar af gaat. Dus moet je af en toe ook minder prettige maatregelen treffen, zoals afscheid nemen van mensen, ongeacht het aantal dienstjaren. Dit betreft dan vooral de groep medewerkers in de categorie ‘azijnpissers.’ Zij zijn altijd tegen welke verandering dan ook, zelfs als zij salarisverhoging krijgen, want deze is altijd te laat. Tevens moet je continue de medewerkers informeren in zgn. zeepkist sessies over de voortgang en de behaalde resultaten. Hierdoor laat je als bedrijf zien dat er ook geen weg meer terug is. Al is het alleen maar, omdat je inmiddels (te) dicht bij de bestemming bent.
Kortom: de spagaat voorkom je alleen maar door in de praktijk te laten zien dat de weg terug in geen enkele omstandigheid een mogelijke optie is. Die deur moet gewoon potdicht zitten als je een veranderproces succesvol wilt afronden.