Op 18 november 2014 was het vLm jaarcongres in Bunnik met als centraal thema volatiliteit. Niet alleen een moeilijk woord, maar de manier waarop bedrijven met schommelingen in klantvraag, interne processen en de aanvoerkant omgaan verschilt sterk. Volatiliteit gaat voornamelijk om het soepel omgaan met onverwachte gebeurtenissen. Wat ik mij dan echt afvraag is: hoe onverwacht is een gebeurtenis nu echt? Meer bier verkopen in de zomer dan in de winter is niet onverwacht en meer duurdere cadeaus in december toch ook niet, of wel?
Bedrijven gaan elk op hun eigen manier om met beweeglijkheid. Webshops hebben op dit moment een enorme piekvraag, maar in januari is het behoorlijk stil. Dit wordt opgevangen met de inzet van tijdelijke krachten. Retailers creëren zelf sterke schommelingen in de vraag door actiemechanismes waardoor de actie ‘2 halen 1 betalen’ in de actieweek voor een verhoogde vraag zorgt. In de weken daarna daalt de vraag over het algemeen weer. Producenten van speelgoed zoals Lego realiseren een aanzienlijk deel van de omzet in de laatste maanden van het jaar en zijn middels S&OP-processen het gehele jaar druk bezig met het managen van de events die de klantvraag sterk beïnvloeden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de impact op de vraag wanneer er een nieuwe kinderfilm uitkomt.
Non-food producenten zijn erg gefocust op seizoenen. Bouwmarkten willen bijvoorbeeld het grootste gedeelte van de verwachte verkoop van tuinhout al in maart op voorraad hebben. In het kader van ‘agile en resilience’ leveren fabrikanten steeds vaker op zaterdag en zondag bij retailers terwijl de bestelling op dezelfde dag pas ontvangen wordt. In de zorg zien we dat chirurgen graag op 1 dag opereren en dat heeft natuurlijk een reden, maar het leidt wel tot veel schommelingen in de ziekenhuisprocessen.
Tot slot nog een praktijkvoorbeeld voortkomend uit het beleid van de overheid. De Lean-filmpjes van de automotive industrie laten prachtige productieprocessen zien, maar door wijzigingen in de fiscale bijtelling van leaseauto’s hebben sommige merken een extreem drukke decembermaand voor de deur met langere levertijden tot gevolg. Kortom: volatiliteit is er en zal ook niet verdwijnen. Deal with it!
Klant centraal
De belangrijkste vraag is natuurlijk hoe je nu het meest slim omgaat met deze schommelingen. Volgens Walther Ploos van Amstel laten de winnaars van de Nederlandse Logistiek Prijs de oplossingen zien. Stel de klant centraal, creëer waarde, werk samen met partners, deel informatie, zorg voor de beste mensen om je heen en blijf zelf volatiel. Klinkt eenvoudig en daar houd ik van. Maar wat betekent dit als we deze zes lessen toepassen op de logistiek?
Ik hoor vaak dat bij onze klanten dat de klant altijd centraal staat, maar houdt dat dan bijvoorbeeld ook in dat het normaal is dat er voor medische producten taxi’s worden ingezet om snel te kunnen leveren. Hoeveel bedrijven schrijven in deze periode van het jaar niet een tender uit om kosten te besparen. Maar waarom richt men zich nauwelijks op het versterken van de relaties met bestaande partner? In het kader van druk, druk, druk komen we niet toe aan een rondje langs onze belangrijkste klanten. Zeker handig als je weet dat bestaande klanten over het algemeen meer willen betalen. Ik hoor regelmatig dat het delen van informatie (over transportstromen) lastig is, maar de praktijk wijst ook uit dat dit mogelijk is zonder grote aanpassingen in ERP-pakketten door te voeren.
Waar een wil is, is een weg denk ik dan maar. Ik ben van mening dat mensen graag meewerken aan verbetertrajecten, waardoor het hebben van de beste mensen vaak neerkomt op voldoende aandacht geven aan ‘binden en boeien.’
Flexibele schil
De grote vraag is natuurlijk hoe blijf je zelf volatiel? Mijn antwoord op deze vraag is, zorg dat je een flexibele schil om je bedrijf hebt. Een pool van flexwerkers, ZZP-er die je voor tijdelijke klussen kunt inzetten, werk samen met andere ketenpartijen, en realiseer je dat dingen toch vaak anders lopen dan gepland. Maak hier kansen van in plaats van problemen.
Een ander belangrijk aandachtspunt om flexibel te blijven is er voor zorgen dat de basis(processen) op orde zijn. Hoe vaak gebeurt het niet dat herstelwerk leidt tot onevenredig veel extra werk. ‘First time right’ moet het streven zijn en ‘right’ in dit geval datgene dat een klant vraagt. Niet minder, maar ook niet meer. Dit zijn manieren om te zorgen dat schommelingen kunnen worden opgevangen en dat de variatie kleiner wordt. Uiteindelijk draait het toch om het voldoen aan de klantvraag en waarde toevoegen voor klanten. Het reduceren van (overbodige) kosten is natuurlijk altijd goed, maar vergeet vooral niet dat de klant centraal stellen meer is dan ‘doen wat de klant zegt.’