Ik hoorde afgelopen week een logistiek manager bij een leverancier van hard en zacht fruit nog zeggen dat samenwerken met concullega’s de enige manier is om de komende jaren te overleven in een bedrijfstak waar de marges erg laag zijn en de goederenstromen mondiaal. Ik heb dezelfde mening: zonder ketensamenwerking, geen toekomst. Maar waarom komen samenwerkingsverbanden dan zo moeilijk tot stand? Vormt het delen van data een onneembare barrière of is er toch een gebrek aan vertrouwen?
Één van de belangrijkste redenen voor het uitblijven van samenwerking ligt in het gegeven dat een bedrijf niet goed weet met wie het zou kunnen samenwerken. Als je logistiek volume mist, ben je op zoek naar een partij complementair is in productspecificaties en afleveradressen. Bovendien lijkt het wellicht ook nog alsof de initiatiefnemer dan de zwakste schakel is. Persoonlijk zie ik eerder een sterke partij die met de toekomst bezig is.
Een tweede argument voor de beperkte samenwerking is dat veel bedrijven, al dan niet gedwongen door tegenvallende resultaten, een sterke interne focus hebben. Ik kom regelmatig bij bedrijven met meer dan vijftig projecten op de projectenkalender die per stuk meer dan honderd mandagen vragen. Tja, dan is er geen ruimte voor externe samenwerking. Dat is eigenlijk heel logisch. Bij deze bedrijven hoor je standaard ‘geen tijd’. Dit klinkt mij eerder als ‘geen prioriteit’.
Het derde argument voor het uitblijven van samenwerking ligt opgesloten in onwetendheid ten aanzien van hetgeen het oplevert. In de zogenoemde Bouwsteen Innovatie van de provincie Limburg zeg ik regelmatig dat bedrijven wel willen samenwerken en innoveren als er een heldere return on investmentis. Dit is dan ook meteen het probleem, omdat vooraf vaak niet concreet is wat samenwerking nu daadwerkelijk oplevert, uitgedrukt in euro’s.
En dat terwijl euro’s zeker niet het belangrijkste argument vormen voor samenwerking. Uit onderzoek over gain sharing vanuit de Universiteit van Maastricht binnen Speed Docking 2015 blijkt dat samenwerking vooral tot stand komt als er een goede individuele vertrouwensrelatie is tussen personen van verschillende bedrijven. Vertrekt er één, dan heeft dit invloed op de samenwerking. Toch wel bijzonder in de huidige tijd waarin zo ongeveer alles gemeten wordt en we veel professionals binnen de logistiek werkzaam hebben.
Als laatste argument, zonder dat ik pretendeer volledig te zijn, noem ik het ontbreken van een goede standaard voor samenwerking. De data is er, de savings zijn berekend, de relaties zijn prima en welwillendheid is er absoluut, maar toch komt de vraag met wie moet ik (als fabrikant) nu waarover gaan praten? Centraal staat dan ook de vraag: hoe doe ik dat, samenwerken?
Grotere taart
Wat mij betreft maken we samenwerking vanaf het begin al vaak veel te ingewikkeld door vooraf al te praten over wie krijgt welk deel van de taart, terwijl hetzelfde deel (lees: je eigen voordelen) van een grotere taart veel beter is. Bovendien zien we veelal juridische barrières. De praktijk kan ook anders.
Binnen Speed Docking komt dit vraagstuk aan bod. Voor succesvolle samenwerking doorloop je een eenvoudig stappenplan vanaf inventariseren tot en met implementeren. In dit verband zijn in Europa tot op heden ruim zo’n 75 deelnemers betrokken zonder veel juridisch gedoe. Het kan dus. Sterker nog, lang niet iedereen eist een geheimhoudingsverklaring zo lang je maar transparant bent in wat je met de data doet.
Onwetendheid
Ik denk overigens dat er veel meer wordt samengewerkt tussen ketenpartijen dan we ons realiseren. Mijn vermoeden is dat partijen die samenwerken en ook goede logistieke en financiële resultaten halen, dit vaak niet aan de grote klok hangen. Geef ze eens ongelijk. Er zijn niet zo veel mensen die ‘de concurrent’ binnenhalen, omdat zij van mening zijn dat op andere aspecten wordt geconcurreerd dan op het reduceren van logistieke kosten. Wat mij wel opvalt, is dat als je er concreet naar vraagt, je wel gewoon antwoord krijgt.
Zo kwam ik er achter dat Detailresult tegenwoordig veel meer samenwerkt met Van Uden Logistics in de toelevering van winkels. Ook zet een aantal weekwinnaars van de Speed Docking-competitie programma’s op in de groothandel met als doel samenwerking met toeleveranciers en partijen nog verder stroomopwaarts te organiseren. Ander voorbeelden: fabrikanten die al jaren samen met logistiek dienstverleners en diverse partijen worden ingeschakeld om de meest geavanceerde ICT-oplossingen te implementeren.
Kortom: we werken dagelijks samen, maar als logistiekelingen zien we dat niet meer als (samen)werken omdat we het als rationele mensen de normaalste zaak van de wereld vinden. En eigenlijk is de basis voor succesvolle samenwerking niet zo ingewikkeld. Maak het praktisch, begin niet te groot, maar denk wel groot. Ben onderling voor honderd procent transparant en sta open om te leren van anderen.